RECENTE ARTIKELS



Vaak gestelde vragen
Psyche, Stress en IBS
Inleiding
IBS of Spastisch Colon is een heterogene aandoening. Er zijn vormen waarbij de symptomen episodisch zijn, anderen bij wie de symptomen frequent aanwezig zijn, anderen nog waarbij één of ander symptoom bijna dagelijks last berokkent. De gevolgen op de levenskwaliteit zijn ook erg individueel verschillend. De symptomen kunnen ook bij sommigen varieren, tussen constipatie en diarree; bij anderen is het hoofdzakelijk diarree, bij anderen gaat het over chronische constipatie.
Er is vaak comorbiditeit bij IBS; dit betekent dat IBS vaak gepaard gaat met andere symptomen of syndromen, zoals vermoeidheid, andere pijnen dan buikpijn, maaglast, één of andere vorm van angst (zie verder), één of andere vorm van depressie. De invloed van de Psyche en Stress is dus zeker éénduidig bij IBS.
Men spreekt tegenwoordig van de Brain-Gut axis (Hersenen-Darm as). Dit concept houdt in dat er mogelijke invloeden zijn zowel van de Psyche, de Brain op de Darm (functie, gevoeligheid,...) als van de Darm op de Hersenen. Het maag-darmstelsel heeft ook een zeer complex en belangrijk lokaal zenuwstelsel dat in verbinding staat met het centrale zenuwstelsel. Men vindt in de darmen talloze neuropeptiden, neurotransmitters en neuroreceptoren zoals in de hersenen. Een recent onderzoek bij knaagdieren wijst dat het invoeren van specifieke bacteriën in de darmen (onvindbaar in de handel en nog niet aangetoond bij de mens), een angstwerend effect heeft en dit via zenuwvezels die van de darm naar de hersenen lopen (nervus vagus).
Men spreekt ook van Mind Brain Immune axis wat bij sommige vormen van IBS mogelijkerwijze van toepassing is, gezien darminfecties een uitlokkende factor voor specifieke vormen van IBS kunnen zijn, waarbij voorafbestaande emotionele factoren misschien hierbij ook een rol spelen. Tevens is de aanwezigheid van immunologische (ontsteking) cellen in de darmwand bij een aantal IBS patiënten aangetoond.
Trauma
Belangrijke traumatische ervaringen zoals verkrachting, fysisch of emotioneel misbruik gedurende de kinderjaren, zware ongevallen, .... zijn een risicofactor voor de ontwikkeling van IBS alsook voor de duur en de ernst (pijn en levenskwaliteit) ervan. Waarschijnlijk spelen een reeks factoren hierbij een rol: ernst en duur van de traumata, vooraf bestaande psychologische en neurologische kwetsbaarheid.
Viscerale Overgevoeligheid
Een belangrijk concept bij IBS is 'Viscerale Overgevoeligheid'. Dit wijst naar een overgevoeligheid van de darm bij mechanische prikkels. Een verleden van traumatische ervaringen is geassocieerd met viscerale overgevoeligheid. Pijn ( maag en buikpijn inbegrepen) wordt verwerkt in gebieden van de hersenen waar ook aandacht en emoties verwerkt worden. Er zijn aanwijzingen bij IBS voor een selectieve aandacht voor prikkels komende van het lichaam, inbegrepen de darmen. Dit wijst naar een overgevoeligheid die (groten)deels te maken heeft met centrale perceptie en selectieve aandacht voor lichamelijke stimuli. Hypnose is één van de technieken die patiënten met IBS kan helpen en dit via een vermindering van de centrale overgevoeligheid; men leert de lichamelijke gewaarwordingen anders aan te voelen.
Stress
Stressvolle levensgebeurtenissen kunnen opstoten van IBS in de hand werken. Dit hangt af van hoe stressvol de gebeurtenis is en ervaren wordt, alsook van de psychologische weerbaarheid. Technieken die de weerbaarheid tegen stress verbeteren (zoals cognitieve gedragstherapieën) en relaxatie bevorderen worden vaak bij IBS benut. Kortdurende dynamische therapieën kunnen helpen het verband ontdekken tussen een bepaalde levenssituatie en waarom of waardoor het voor deze persooon zo stresserend is, in functie van zijn verleden, kwetsbaarheden, alsook een verband leggen met de klachten.
Autonoom Zenuwstelsel
Bij stress en angst wordt de activerende tak van het autonome zenuwstelsel (orthosympathisch) geactiveerd om de vecht-vlucht reactie te activeren. Hierdoor wordt de motorische activiteit van de darm vertraagd. Dit kan deels een uitleg zijn voor constipatie bij chronische angst of stress. Bij piekeren of langdurig focussen wordt de desactiverende (parasympathische of vagale) tak van het autonome zenuwstelsel stilgelegd. De vagale tak speelt een essentiële rol bij de vertering. Piekeren is een centraal symptoom van het veralgemeend angststoornis.
Veralgemeend Angststoornis (GAD, generalized anxiety disorder)
De prevalentie van IBS bij GAD en omgekeerd van GAD bij IBS is zeer groot. Vaak vindt men ook vermoeidheid als klacht bij patiënten die aan IBS en GAD lijden. Moeilijk of niet kunnen ontspannen, op scherp staan, angstige verwachtingen, overdreven schrikreacties, piekeren, spierspanningen en overactiviteit van het orthosympathisch zenuwstelsel (zweten, hartkloppingen, kortademigheid,...) zijn de belangrijkste kenmerken van GAD.
Klinisch merkt men dat opstoten van GAD vaak gepaard gaan met opstoten van IBS.
Naast meer klassieke aanpakken (relaxatie, cognitieve gedragstherapie, antidepressiva), is mindfullness een interessante techniek om te proberen in het hier en nu te leven en gepieker en lichamelijke ervaringen leren bekijken voor wat ze zijn, ervaringen.... waardoor de negatieve emotionele lading en bedreiging gerelativeerd zou kunnen worden.
Paniekstoornis, Agorafobie en diarree- predominante vorm van IBS
De prevalentie van paniekstoornis is ook zeer groot bij IBS. Bij een aantal patiënten met diarree predominante IBS bestaat er een enorme vrees om in onvoorziene omstandigheden naar de koer te moeten gaan (angst voor controle verlies); vaak gaat dit gepaard met paniekaanvallen. Er ontstaat een vicieuze cirkel van angstige anticipatie van buiten thuis of bekende plaatsen plots diarree te krijgen zodanig dat in die omstandigheden de angst stijgt tot een paniekaanval waardoor de vrees voor diarree nog verder toeneemt. Soms leidt dit tot vermijdingsgedrag, dat patiënten met moeite bekende plaatsen (alleen) verlaten of een weg kiezen waar er een mogelijkheid is om naar toilet te gaan. Hier kunnen cognitieve gedragstherapie en antidepressiva hulp bieden.
Kinderen met buikpijn
Een aanzienlijk deel van kinderen die buikpijn hebben worden later IBS patiënten. Verschillende factoren lijken hierbij een rol te spelen, waaronder angst bij de ouders en overbeschermend gedrag (belonen van pijn?) alsook vooral hoe ze zelf met hun lichamelijke klachten omgaan.
Alexithymie, Zelfontwikkeling
Klinisch merkt men bij een aantal patiënten met IBS (ook bij andere syndromen zoals chronisch vermoeidheidssyndroom en fibromyalgie) dat ze meestal (altijd) eerst aan behoeftes, noden, belangen van derden (naasten) denken en dat ze weinig weet hebben over eigen noden en behoeftes. Vaak zijn ze ook weinig assertief en laten ze zich bijvoorbeeld op het werk overbelasten. Ze zijn vaak meer emotioneel kwetsbaar dan ze eigenlijk beseffen. Dit heeft ook te maken met een negatief zelfbeeld en met weinig emotionele investering door de ouders. In situaties waar hun evenwicht bedreigd wordt (overbelasting, gebrek aan erkenning, verlies van vertrouwen in derden,....) is er een algemene ontreddering die bij sommigen vooral lichamelijk ervaren wordt (alexithymie). Bij deze patiënten kunnen meer dynamisch gerichte gesprekstherapieën stapsgewijs helpen bij een meer algemene ontplooing van de persoonlijkheid.
Psychotrope Farmaca
Zoals hoger beschreven, worden bijvoorbeeld antidepressiva benut om chronische angst of paniekaanvallen te behandelen. Uiteraard worden ze ook bij depressie gebruikt. Maar sommige antidepressiva hebben ook een pijnstillende werking en kunnen zo bij een aantal IBS patiënten soelaas brengen. Antidepressiva zijn zeker geen eerste lijn behandeling voor IBS.
Besluit
Bij IBS zoals het algemeen in de Geneeskunde zou horen, moet de patiënt in zijn globaliteit bekeken worden met de huidige klachten, zijn medische en psychologische voorgeschiedenis, de huidige levenssituatie, de psychologische weer- en kwetsbaarheid,...
Behandeling dient dan op individuele basis voorgesteld te worden.